Het betalingsverkeer in de sport

Iedereen die de sportsector een beetje kent, weet het: niet alles wat er gebeurt, kan het daglicht verdragen. In het bijzonder als het gaat om betalingen aan de diverse mensen die werkzaam zijn binnen een sportorganisatie, worden de fiscale regels nog al eens overtreden. Soms gaat men welbewust in de fout; in andere gevallen daarentegen kent men de voorschriften simpelweg niet.

Nu moeten we toegeven: het reguleren van het betalingsverkeer tussen sportvereniging en (bijv.) trainer is zeker niet eenvoudig. Dat men gaat “rommelen” is enigszins te begrijpen. Maar: (mogen we u min of meer moraliserend toespreken?) goed te praten is het absoluut niet. Het feit dat het allemaal zo ingewikkeld is, is geen goed alibi!

Ook sportverenigingen dienen zich aan de wet te houden! En als men ten onrechte geen sociale premies of belasting afdraagt, overtreedt men nou eenmaal de wet. Zo simpel is het.

Er zijn meer werknemers in de sport dan u denkt!

Duizenden sport-organisaties in ons land zijn -hoewel men zich dit niet realiseert!- arbeidsrechtelijk en fiscaal gezien, in feite werkgever. Zodra er namelijk: – én sprake is van loon – én van een zogenaamde gezagsverhouding bestaat er in werkelijkheid een arbeidsovereenkomst. Het voert te ver om in dit artikel deze beide elementen (loon en gezagsverhouding) uitputtend te behandelen. Kern van de zaak is dat fiscus en UWV / Cadans (de uitvoeringsinstelling in de sport, de inner dus van de werknemerspremies) van mening zijn dat in 9 van de 10 gevallen betaalde trainers, coaches, docenten, groundsmen, kantinemensen, etc. etc. als werknemer moeten worden beschouwd. De club, of de organisatie of de sportschool etc. dient als werkgever belasting en premies in te houden op het loon en een en ander keurig netjes af te dragen.

SMOESJES

Het lijkt allemaal misschien wat overdreven. Het is echter realiteit. Bij controles door de belastingdienst of door UWV / Cadans, duikt de “werkgeversopvatting” vrijwel standaard op. Men is echt streng. Boetes en naheffingen vliegen regelmatig over tafel.

Smoesjes helpen niet:

  • ‘Het is ons te ingewikkeld.’
  • ‘We hebben niks op papier, dus hoe kan er nou een arbeidsovereenkomst zijn met de trainer?’
  • ‘We hebben een freelance-contract met de trainer.’
  • ‘Onze trainer werkt bij ons alleen ’s avonds, naast een andere volledige baan.’

UWV / Cadans en fiscus kijken alleen maar naar de feiten; niet naar de papieren, of de afwezigheid daarvan.

Nadelen van een (officiële) dienstbetrekking:

  • het kost werkgever en werknemer geld: er wordt immers belasting en premies betaald.
  • het kost de werkgever moeite: men dient zich aan vele regels te houden. Denk maar aan een loonadministratie voeren, jaaropgaves maken, belasting en premies betalen, loonstrook maken etc. etc. (Overigens zullen we de loonstrook volgende keer uitvoerig onder de loupe nemen.).

Voordelen van een (officiële) arbeidsovereenkomst:

  • Sportclub en werknemer houden zich aan de wet;
  • Boetes en naheffingen zijn niet aan de orde;
  • De werknemer is volledig verzekerd: hij wordt doorbetaald bij ziekte, kan in het ziekenfonds en kan eventueel aanspraak maken op een w.w.-uitkering.

CONCLUSIE

Indien iemand binnen een sportorganisatie voor zijn/haar werkzaamheden meer ontvangt dan een onkostenvergoeding of meer dan de vrijwilligersregeling toelaat (in 2014 € 1.500,00 per jaar / maandlimiet van max. € 150,-), is er -min of meer- tot op tegenbewijs sprake van een arbeidsovereenkomst. En dat heeft nog al wat juridische en fiscale gevolgen. U bent gewaarschuwd.